Sinds 1 januari van dit jaar geldt de nieuwe Huisvestingswet. Als gemeenten toewijzingsregels willen hanteren voor sociale huurwoningen, moeten zij in het kader van deze wet en de schaarste op de woningmarkt een huisvestingsverordening vaststellen voor 1 juli 2015. Voorheen ging de huisvestingsverordening voornamelijk om woningen van corporaties. Door het extramuraliseren van intramurale zorg zijn er ook steeds meer zorgorganisaties die gedwongen worden om woningen in hun complexen te verhuren. Soms zijn ze zelf eigenaar, maar het komt ook voor dat deze locaties gehuurd worden van woningcorporaties. In deze blog wordt ingegaan op de aandachtspunten bij toewijzing van specifieke doelgroepen in de huisvestingsverordening. Bij deze blog wordt gebruik gemaakt van de kennisdeler die ik in samenwerking met Habion over dit onderwerp opgesteld heb.
Wanneer een huisvestingsverordening?
Toewijzingsregels van sociale woningen hoeven alleen bij aantoonbare schaarste binnen een gemeente vastgelegd te worden in een huisvestingsverordening. Als er geen sprake is van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste dan is er geen grond voor gemeenten om zich te bemoeien met de toewijzing. Jarenlang is bij veel gemeenten de toewijzing van verzorgingsunits en aanleunwoningen via de zorgorganisatie gelopen zonder dat dit problemen opleverde. De zorg en het verblijf werd namelijk intramuraal via een integraal pakket betaald door het zorgkantoor. Met de nieuwe huisvestingsverordening is het de vraag of de zorgorganisatie nog wel mag blijven toewijzen op basis van van zorgbehoefte. De huidige werkwijze kan voortgezet worden, wanneer zorgwoningen direct uitgesloten worden van de huisvestingsverordening. Beargumentatie kan zijn dat het niet onredelijk en onrechtvaardig is dat er op basis van zorgbehoefte toegewezen wordt.
Wat zijn zorgwoningen?
Veel van de zorgwoningen vielen onder de AWBZ en er werd gesproken over intramurale plaatsen. Het gaat hierbij om een veelal geclusterde woonvorm met zorginfrastructuur en/of voorzieningen voor een specifieke doelgroep met zorgindicatie. Door de veranderingen in de wet- en regelgeving en extramuralisering, wordt de intramurale capaciteit op veel locaties afgebouwd. Met een lichte zorgvraag komen mensen niet meer in aanmerking voor een intramuraal pakket en moeten het wonen en de zorg gescheiden worden. Dit betekent dat er aan dezelfde doelgroep verhuurd wordt, terwijl de zorg nog hetzelfde is en er specifieke voorzieningen aanwezig zijn binnen het complex. Door de overheid is bepaald dat deze bewoners met hun zorgbehoefte zelfstandig hun verblijf moeten betalen. Vallen deze zorgwoningen binnen of buiten de huisvestingsverordening? Als het niet handig geregeld wordt, dan is de toewijzing van zorgwoningen gelijk als aan reguliere woonruimte. Het gaat hierbij om allerlei kwetsbare groepen met een zorgbehoefte van dementerende of vereenzaamde ouderen tot verstandelijk gehandicapten of mensen met psychiatrische problemen, die baat hebben bij een zorgvuldige en passende toewijzing.
Lokale speelveld vergroot door WMO
Met de overgang van de WMO naar de gemeente wordt er meer ruimte gegeven aan het bieden van individueel maatwerk afhankelijk van het lokale speelveld. De gemeente heeft belang om het geld vanuit de WMO zo doeltreffend mogelijk in te zetten. Een snelle en zorgvuldige plaatsing op basis van zorg en welzijn hoort daar ook bij. Evenals dat de gemeente belang heeft dat een woonzorgcentrum met allerlei voorzieningen in een plaats of wijk blijft bestaan. Om de zorg- en dienstverlening te kunnen blijven leveren vanuit het woongebouw, is de toewijzing op basis van zorgbehoefte cruciaal voor alle partijen. Een zorgorganisatie wil zorg kunnen blijven leveren en wil inspraak hebben in de instroom van de zorg. Wie zorgt er anders dat er 24 uurs zorg beschikbaar blijft? Wisselgeld tussen gemeente en zorgorganisatie is noodzakelijk, want ook over brandveiligheid moet gesproken worden en het beheer van de algemene ruimten. Vanuit de WMO zijn er ook belangen o.a. voor voldoende aangepaste woningen, zorg en activiteiten die goedkoop en geconcentreerd worden geboden aan de doelgroep, mensen zoveel mogelijk in hun eigen netwerk blijven, etc. Met de keukentafelgesprekken komt er meer behoefte aan ruimte voor lokaal maatwerk in de gemeente. Het is de vraag hoe het snel en efficiënt plaatsen van een klant in het eigen netwerk zich verhoudt met de regels die bij een huisvestingsverordening kunnen worden gesteld.
Regulier aanbodsysteem voor deze doelgroep gebruiken
De meeste huisvestingsverordeningen die ik heb gezien stellen dat alle sociale huurwoningen onder de huisvestingsverordening vallen. Echter de wijze waarop de toewijzing voor zorgwoning wordt geregeld, is niet helder. Dit betekent al snel dat van kwetsbare doelgroepen met een zorgvraag wordt gevraagd om via een digitaal aanbodsysteem een passende woning te zoeken en daarmee ook af te wachten wanneer ze aan de beurt zijn. De gemeente kan bij urgente situaties ook desgewenst een urgentie afgeven. Maar is het wel reeel om van deze kwetsbare burgers dat ze zelf moeten zoeken of is het gewenst dat een passende gerichte aanbieding wordt gedaan ? Staat een woonruimteverdeelsysteem tegenover het individuele maatwerk van een keukentafel gesprek? En hoe wordt voorkomen dat een andere urgente zonder directe zorgvraag voorgaat op een andere zorgvrager die wel veel baat heeft bij het wonen in een complex met zorginfrastructuur? Het zijn vraagpunten die meer aandacht vragen om ook in de toekomst de huisvesting van deze doelgroepen goed te blijven regelen.
Lokale gesprekspunten over de huisvestingsverordening
Corporaties, gemeenten en zorgorganisaties doen er goed aan om met het vaststellen van de nieuwe huisvestingsverordening opnieuw met elkaar aan de tafel te gaan. Het is belangrijk dat er open wordt gesproken over de veranderingen in de zorg, de consequenties en dat gezamenlijk wordt bepaald hoe zo efficiënt mogelijk lokaal met het geld vanuit de WMO om kan worden gegaan. Door meer ruimte te bieden in de huisvestingsverordening kan een eerste stap worden gezet om gezamenlijk zorg te dragen voor het goed blijven toewijzen van de woningen. Zorgwoningen kunnen gedefinieerd worden en vervolgens uitgesloten worden van de huisvestingsverordening zodat de toewijzing door de zorgorganisatie in combinatie met de sociale wijkteams kan worden gedaan. Centraal staat de vraag: hoe wordt er ruimte gegeven aan de nieuwe doelgroepen van de WMO van de gemeente en kan er snel gehandeld worden? Wat betekent dit voor het vastgoed wat al in de gemeente aanwezig is? Dit geeft direct ook ruimte om creatief aan de slag te gaan met allerlei woonvariaties vanuit bewoners die misschien ook een andere benadering van de toewijzing vragen…..
Habion heeft een handige kennisdeler gemaakt, waarin uitgebreid ingegaan wordt op dit onderwerp. Benieuwd om meer inzicht te krijgen, download hem dan via deze link.